Met deze 'te gast in Cambodja' gaat elke auteur met een local op stap. Dat brengt prachtige verhalen voort. Nu ja, 'prachtig' is misschien niet de juiste bewoording bij het aangrijpend stukje over het bewind van de Rode Khmer. Vier auteurs bezorgen je negen bijdragen over het échte leven, vroeger en nu, in Cambodja.
Het begint vrij rustig met een rit met de tuktuk in Phnom Penh. De taxichauffeur vertelt er over het leven in de hoofdstad. Zeg maar het leven achter de toeristenschermen. Dan trek je naar Angkor, een immens en zeer belangrijk tempelcomplex, dé topattractie van Cambodja. Later krijg je nog verhalen over de toeristenstad Siem Reap, die er kwam dankzij Angkor. Lage lonen en prostitutie zijn de ware realiteit achter al die neonverlichting.
Ik krijg het even koud als ik het relaas lees over het bewind van de Rode Khmer. Op minder dan 4 jaar zomaar eventjes 25% van je eigen bevolking vermoorden of laten verhongeren, dat laat littekens na. De auteur woont in de hoofdstad en neemt voor dit deel van de geschiedenis een ex-gevangene onder de arm. Een aangrijpend verhaal.
Zoals steeds maak je kennis met de lokale keuken en verlaat je de gebaande paden. De auteurs nemen je mee op sleeptouw via allerhande vervoermiddelen: tuktuk, jeep, boot en zelfs een bamboetrein. Een verhaal over projecten in ecotoerisme bewijzen nog maar eens dat het niet alleen de natuur spaart. De bevolking verwezenlijkt zo eveneens een andere en duurzamer bron van inkomsten.
Maar door de toevloed aan toeristen ruiken de staat en projectontwikkelaars geld, veel geld. Deze 'te gast in Cambodja' eindigt met parelwitte stranden. Op zich niks mis mee. Eerder in het boekje lees je dat een meer opgespoten werd voor de bouw van luxueuze hotels en appartementen. Ditmaal is het een vissersdorp dat omgebouwd werd tot vakantieoord, dankzij die parelwitte stranden. Door het lezen van deze 'te gast in' kom je te weten wat er voor die vakantieluxe allemaal moest wijken. Andere reisgidsen zwijgen erover.