De auteur plant weekends of andere meerdaagse uitstappen naar 17 Nederlandse en 5 Vlaamse steden. Daarbij is er ook een uitstap naar "het Ibiza van het Noorden" en dat blijkt dan het eiland Texel te zijn. Behalve naar leuke verblijfadressen gaat Anne De Buck ook op zoek naar "hotspots", zeg maar aangename plekjes om te eten, te drinken, te shoppen, rond te snuisteren, kortom te genieten op velerlei wijzen.
Ietwat minder leuk voor de wat kieskeurig ingestelde lezer is dat de talloze "hotspots" en logeeradressen die worden aangedaan vaak vallen onder deze omschrijvingen: één van de leukste, niet over te slaan, een begrip in de stad, een heerlijke hotspot, een leuk adres, een favoriete hotspot, … Enfin, je moet er eigenlijk geweest zijn om mee te tellen in de hippe wereld. Natuurlijk zijn er ontzettend veel "hotspots" in deze steden, maar mag het ook eens een ietsje minder zijn?
De talloze bezoekers aan Gent en de stedelingen laten deze gids uit hun handen vallen van verbazing en verontwaardiging wanneer ze lezen dat de rivier Leie, aan een van 's werelds mooiste gevelrijen, wordt omschreven als "de gracht". Elders suggereert de auteur om na een bezoek aan de boomgaard van de Sint-Pietersabdij een taartje te gaan eten in Julie's House. Inderdaad een lekkere plek, maar dat de afstand tussen beide ruim 2 km bedraagt is een niet te veronachtzamen detail. Shoppen lijkt zich in hoofdzaak te beperken tot een enkele straat, de Brabantdam, terwijl er elders in de stad toch ook leuke mogelijkheden zijn?
Niet Gents, maar toch ook "foei" is dat een inwoner van de stad Brugge wordt aangeduid als "een Bruggenaar". De liefhebber van hotspots ontdekt in deze gids beslist talloze heerlijke plekken om van te genieten. Alvast in Vlaanderen heeft de auteur nog wat goed te maken bij een volgende uitstap onder de noemer "staycation"..