De auteur legde zijn auteur te luisteren bij een dertigtal personeelsleden van hotels en enkele doorwinterde hotelbezoekers. De soms sappige verhalen werden netjes geklasseerd per onderwerp en in boekvorm gegoten. Allerhande onderwerpen komen aan bod: diefstal, bedrog, wangedrag van gasten, zwartwerk of niet, dames voor op de kamer, online recensies en andere, het werk van kamermeisjes en receptiepersoneel, de zorgen van een hoteleigenaar, ...
Kortom, het hele hotelwereldje trekt voorbij, soms met zijn grappige kantjes, maar vaker toch ook met de minder aangename. Dat een aantal hotelgasten zich niet weten te gedragen wordt snel duidelijk. Terecht duikt de vraag op of zij thuis ook zo leven en handelen. Wat gedacht van een rijkaard die zijn zakken vult met gratis snoepjes uit de bokaal aan de balie, van bitcherige vrouwen van wielrenners of van werkelijk gore vuilaards?
De auteur heeft nogal wat aandacht voor clichés en vooroordelen: de Nederlanders zijn zo, de Amerikanen zijn dik, de Russen zijn boertig, ... Al te veel mensen typeren op basis van hun herkomst, dat stoort. De auteur zegt ook wel eens A zonder B te zeggen: een Vlaamse zanger die in elkaar geslagen werd op weg naar zijn hotel of een bekend politicus die nogal handtastelijk omging met kandidaten voor een missverkiezing.
De auteur heeft het ook over "Hotel De Schamp", waar in 1814 de Vrede van Gent gesloten werd tussen Britten en Amerikanen. Niet alleen staat het lidwoord in de naam er te veel, het gebouw is veel groter dan hij laat uitschijnen.
Slotsom: de auteur bezorgt de lezer een bijzondere inkijk in het hotelwereldje, maar je eigen hotelvakantie mag toch netter en aangenamer wezen.
Ondertitel: "Van roomservice tot vuile was".