Bono en Skip zijn twee vlooien die graag een stukje van de wereld zien. Ze reizen daarvoor mee op het hoofd van de hond Lola, die dan weer haar baasjes Merijn en Lotus volgt die samen met hun ouders op reis gaan. In dit boek trekken ze naar Oostenrijk, meer bepaald naar Tirol om er te leren skiën, maar ze beleefden samen ook al avonturen in Amerika, Mexico en Thailand. Later plannen ze ook nog reizen naar Frankrijk, Spanje en Costa Rica.
Reizen als vlo is redelijk eenvoudig: je blijft gewoon zitten op je hond en die blijft altijd wel in de buurt van de baasjes. Toch kan het vlooienleven best avontuurlijk zijn, als je tijdens een afdaling van het hoofd van je hond geblazen wordt bijvoorbeeld of als dat brave dier verwarrend contact zoekt met een soortgenoot. De verhalen van beide vlooien staan op de linkerpagina, terwijl je rechts het menselijke reisgebeuren kan volgen.
De auteurs bedoelden deze leuke verhalen voor kinderen van 4 tot 12 jaar. De jongste groep lijkt me aangewezen op de vlooienverhalen die de ouders voorlezen, de reisgebeurtenissen lijken me ietwat moeilijk om volgen voor de meesten onder hen. Belangrijk is dat de verhalen aanzetten tot meedenken en vragen stellen. De bijhorende illustraties zijn best leuk. Enkele fotopagina's zorgen voor verduidelijking.
Achteraan in het boek zijn er enkele pagina's met wetenswaardigheden over Oostenrijk en het reizen. Enkele knutselpagina's zorgen ook voor afwisseling. Toch wel storend is dat de kinderen een paar bladzijden met "Oostenrijkse woorden" voorgeschoteld krijgen. Niet alleen wordt de kinderen wijsgemaakt dat er zoiets bestaat als een Oostenrijkse taal, bovendien zijn bijna al die woorden in het Nederlands. Op dit taalaspect na verdient de aanpak van deze reeks boekjes beslist een positief oordeel.
Ondertitel: "Skiles in Tirol".