Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog komen er nog steeds onbekende verhalen van toen naar voren. Zo ook het verhaal van Liesabeth. Ingeborg Jacobs had in dit geval journalistengeluk. In de lente van 1994 was zij samen, met haar cameraman, in de Russische provincie Kaliningrad voor een reportage voor de Duitse televisie. De opdracht was op zoek gaan naar Duitsers die na de Tweede Wereldoorlog, om één of andere reden, in Rusland moesten blijven. Door een stom toeval ontmoet ze Liesabeth Otto en haar verhaal verbijstert de journaliste. Het gevolg van deze ontmoeting zijn twee documentaires en een boek. Dit boek.
Liesabeth is geboren in een dorp in Oost-Pruisen. In 1945 sterft haar moeder, zijzelf is dan zeven jaar. Samen met haar oudere broer en zus moet ze bedelen om te overleven. Een buurvrouw profiteert van deze situatie en laat haar alleen achter in de stad. Liesabeth tracht terug in haar dorp te geraken. Maar ze weet niet welke trein haar terug thuis brengt. Vanaf dan lijdt het meisje een zwerversbestaan. Acht jaar heeft ze in Litouwen rondgedoold als bedelkind of wolfskind. Nadien komt ze in verschillende kampen terecht: het kinderstrafkamp Kinesjma, het verbeterings- en werkkamp Poekso-Osero en de gevangenis in Leningrad. Uiteindelijk ziet ze, na dertig jaar, haar familie in Duitsland terug.
Vooraan in deze uitgave staat een landkaart met de zwerftochten van Liesabeth. In meer dan drie decennia heeft ze zowat 43.000 kilometer afgelegd.
Aangrijpend boek.
Ondetitel: De ongelofelijke omzwermingen van het Duitse meisje Liesabeth vlak na de Tweede Wereldoorlog