De schilderijen van Bruegel waren in de zestiende eeuw ‘conversatiestukken’. ‘Conversatiestukken’ waren bedoeld om te pronken en te tonen aan gasten. Ze werden in vooraanstaande kringen gebruikt als gespreksonderwerp tijdens diners. Bruegel heeft op zijn schilderijen heel wat alledaags gebruiksvoorwerpen geschilderd. Zo ook in het meesterwerk ‘De strijd tussen carnaval en vasten’. De auteurs van dit boek zorgen voor een conversatie vanuit hun vakgebied. Zo ontstaat er een dialoog tussen de kunstgeschiedkundige, de historische vormgever en de letterkundige.
Vanuit het perspectief van de gebruiksvoorwerpen én de thema’s carnaval en vasten maakt de lezer kennis met de zestiende eeuw. Waarvoor dienden de gebruiksvoorwerpen? Welke regels moest men volgen in de vasten? Hoe werd carnaval gevierd? Welke gewoonten had men toen? Op deze vragen en andere wordt een zo duidelijk mogelijk antwoord gegeven. De auteurs verklaren de gebruikte humor, symboliek en de beeldtaal. In sommige taferelen op het schilderij zitten verhalen verborgen die voor de lezer worden uitgediept. Je maakt kennis met een bedelnap, een schertsglas, een broodspaan een bord in sgrafitto-aardewerk. … Leuk en humoristisch zijn de verhalen waarin de gebruiksvoorwerpen vanuit hun eigen standpunt het gebruik vertellen. Zoals de braadspit die haar verhaal begint met … ik draai, en ik draai en ik draai. Maar toch kom ik niet van mijn plek. Elk dier heb ik gedragen. Ze kunnen allemaal mijn rug op…
Dit boek is het gevolg van een unieke samenwerking tussen verschillende musea. En toont eens te meer de vrucht van zo’n symbiose. De meewerkende musea zijn het Museum in Wenen, het Openluchtmuseum Bokrijk, het Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam en het Rijksmuseum Amsterdam.
Leerrijk en mooi boek met veel illustraties!