‘De kleren maken de man’ is een gezegde dat voor alle tijden geldt. Door de geschiedenis heen is uiterlijk vertoon steeds belangrijk geweest. Denk maar aan dat andere gezegde: hoe hoger de laarzen, hoe dikker de beurs.Door drie verschillende benaderingen: een thematische, een geografische en een sociologische maakt dit boek een reis langsheen klederdrachten door de vijf Vlaamse provincies van de middeleeuwen tot de twintigste eeuw.
De lezer verneemt alles over de verschillende klederdrachten van Oostende tot de Maaskant over bijvoorbeeld de klompen, de blauwe kiel en de faas. En bij welke gelegenheid en door welke groepen bepaalde kleding gedragen werden. De kledij had en heeft nog bepaalde functies zoals zedigheid, bescherming en status. Zo werd ze in de middeleeuwen aan wetten onderworpen. De klederdracht van de verschillende ambachten zijn hier een mooi voorbeeld van want iedereen moest gekleed zijn binnen de normen van zijn stand. Ook in die tijd was het inkomen van een burgemeester afhankelijk van het aantal inwoners van zijn gemeente. Maar ook zijn budget voor speciale kledij was vroeger hieraan gekoppeld. Je zag dus toen aan de kleding duidelijk het verschil tussen een burgervader van een keuterdorp of van een grote stad.
Dit boek staat vol interessante weetjes. In Gent bijvoorbeeld werden de weesmeisjes indertijd de ‘Rode Lijvekes’ genoemd. Je raadt wel waardoor! Er is nu een straat naar hen genoemd: De Rode Lijvekesstraat. Wist je dat in de Vlaamse Ardennen de vrouwen op kermisdagen zonder mantel naar de kerk gingen om te kunnen paraderen met hun nieuwe kleding en hun gouden juwelen! Maar dit paraderen gebeurt ook nu nog. Wie kent niet de Johnny’s en Marina’s met hun snobistische kledij? Nog een mooie: een arbeidscontract afgesloten in de 19e eeuw tussen de herenboer en de dienstmeid werd bekrachtigd door een stuk stof te geven waarvan het meisje twee voorschotten kon maken.
Informatie over de klederdrachten is door de onderzoekers door middel van verschillende bronnen verzameld. De votiefschilderijen of mirakelschilderijen van de basiliek van Kortebos geven een goed voorbeeld van de streekdracht in het midden van de 17e eeuw. Ook de boedelbeschrijving uit de 18e eeuw van een rijke dame uit Peer geeft een beeld van de kledij in de Kempen. Schilders uit verschillende perioden hebben ervoor gezorgd dat we een overzicht hebben van alle soorten kleding, van vooraanstaand tot alledaags.
In een apart hoofstuk komt de evolutie van de kledij aan bod bij mensen uit Vlaanderen en Brussel die Marokkaanse en Turkse affiniteiten hebben.
Van hoed tot ondergoed is de opvolger van het boek Streekdrachten in onze gewesten. Volgens de hoofredacteur was dat boek het eerste standaardwerk over streekkledij in de Vlaamse provinciën. Dit is iets te kort door de bocht want De Geschiedkundige Heruitgeverij heeft enkele maanden geleden het werk van Paula Sterkens-Cieters uit 1935 Volksklederdrachten in Vlaanderen heruitgegeven (zie recensie op deze website).