Belgiê en Nederland zijn landen waar veel jenever geproduceerd én gedronken worden. Wie houdt er niet van ‘een witteke’ of‘een drèpke’. De regelgeving in beide landen was door de jaren heen erg verschillend én de legale drank was door de opgelegde belasting niet goedkoop. Dat zijn redenen waarom er illegaal gestookt werd. De alcoholsmokkel was een volkssport aan beide zijden van de landsgrens. Zowel Belgen als Nederlanders waren hier kampioenen in. Ze waren twee handen op één buik … behalve in het voetbal… Zoals nu het probleem van de wietplantages speelt, zo was tot in de jaren negentig van vorige eeuw de clandestiene alcoholproductie en –smokkel een gigantisch probleem. De beste locatie om te produceren was ook toen op het platteland.
Dit boek handelt over deze gemeenschappelijk Belgisch-Nederlandse geschiedenis. Archiefstukken en interviews met voormalige douaniers en belastingsbeambten werden verzameld en in deze publicatie verwerkt. Spotprenten, foto’s en schilderijen illustreren de smokkel en de sluikstokerij. Dat de winsten enorm waren blijkt uit het verhaal van een Gentse sluikstoker die tot vier maal toe ‘gepakt’ werd en telkens weer opnieuw zijn handel herstartte. Soms vervoerde men de jenever tweemaal over de grens, om nog grotere winsten te maken. Opvallend, tijdens het interbellum waren het vooral oorlogsweduwen die illegaal stookten om hun gezin te kunnen onderhouden. Die periode waren ook de topjaren van het illegaal stoken.
Vier auteurs werkten samen aan deze publicatie; een docent biochemie, een journalist, een bedrijfshistoricus en een voormalige douanebeambte. Elk van uit hun specialisatie bespreken zij de alcoholsmokkel en de sluikstokerij. Boeiend stukje geschiedenis van de twintigste eeuw! Iemand zin in een borrel?
Ondertitel: Alcoholsmokkel en sluikstokerij in de Lage Landen