Vóór de 19e eeuw kon je in West-Limburg de kastelen op één hand tellen. In de volgende eeuw kwamen er zich heel wat superrijken vestigen die hun kapitaal verworven hadden door het verhandelen van geconfisceerd vastgoed, het investeren in de Waalse industrie of middels een succesvolle militaire loopbaan. De domeinen en kastelen van deze nieuwe rijken vertoonden een nooit geziene etalering van hun status.
Deze ‘nieuwe’ rijken kregen toegang tot de maatschappelijke bovenlaag en het politieke leven. Velen van hen zetelden in de lokale of de nationale besturen en konden op die manier hun stempel zetten op het sociaal-economisch leven. Zij beslisten wie er onderwijzer of veldwachter werd in hun dorp of zorgden ervoor dat er een nieuwe weg aangelegd werd naar hun nieuw of vernieuwd domein.
De meeste grootgrondbezitters bouwden hun kasteeltje of hun ‘hof van plaisantie’ om te kunnen uitpakken met de verworven rijkdom. Ze organiseerden jachtpartij en boottochtjes. Wekelijks lieten ze de oogst van groenten en fruit naar de stad brengen, waar ze resideerden, om ook daar tijdens de vele feestjes te “stoefen” met hun eigen producten.
De vele foto’s, documenten en achtergrondinformatie geven een inkijk op de kastelen, landhuizen en hun eigenaars. Vijftien kastelen worden onder de loep genomen waaronder Nieuwenhoven in Sint-Truiden, Sint-Jansberg in Zelem, De Pierpont in Herk-de-Stad, Van Hamontshoeve in Donk en De Burg in Lummen.
Schoon volk vertelt over een boeiend aspect van de 19e-eeuwe geschiedenis van West-Limburg. Het is een project van de vzw Vrienden van het Sint-Jansbergklooster en de Geschiedkundige Kring Groot-Herk. Ik ben benieuwd naar een gelijksoortige uitgave over Zuid- of Oost-Limburg. Er ligt nog heel wat onaangeroerd interessant werk in het verschiet!
Ondertitel: Kasteelbewoners in West-Limburg in de 19de eeuw