Sinds de onafhankelijkheid van België zijn haar staatshoofden afstammelingen van de Beierse familie Van Saksen-Coburg. Tot en met vandaag hebben er zeven koningen en één regent op de Belgische troon gezeten. Dit boek vertelt over de vorsten in acht hoofdstukken. Naar analogie van evenveel ‘hoofden’. Aan elke vorst of regent is er een apart hoofdstuk besteed. Van elkeen is er een kort inleidend tekstje, geen klassieke beschrijving of saaie opsomming van data, maar een soort van cliffhanger die uitnodigt om verder te lezen over enkele gekende of minder bekende feiten of periodes.
Karakteristieken zoals de kluizenaar, verwijzend naar Leopold I, worden aangevuld met persoonlijke verhalen van de eerste koning der Belgen. De kolonisatiedroom van Leopold II wordt niet weggemoffeld. De rol van koning-soldaat, Albert I, en de koningin-verpleegster, Elisabeth, in de oorlogsjaren is verder uitgediept. Van Leopold III worden de gebeurtenissen in Küssnacht am Rigi, de oorlogsjaren en latere natuurexpedities toegelicht. Het hoofdstuk over regent Karel is misschien het interessantste, omdat over hem het minst geweten is door de huidige generaties. Familieleden vertellen over het familiale leven van Boudewijn in Motril. Het flamboyante koningskoppel, Albert II en Paola, blijkt een andere levensstijl te hebben dan de voormalige koning Boudewijn en de huidige koning Filip. Sommige verhalen dreigden tussen de plooien van de geschiedenis te verdwijnen. Het gaat dan over gebeurtenissen die tot nu toe niet gedeeld waren door de koningen der Belgen met hun mede Belgen. Het hoofdstuk over regent Karel is hier een voorbeeld van.
De laatste jaren is de interesse in de geschiedenis van België enorm toegenomen. Er is terug nieuwsgierigheid naar het verleden. Dit uit zich onder andere in een toegenomen museumbezoek en de gestegen vraag naar historieboeken over de eigen streek, de voorouders en de plaatselijke gebeurtenissen. Arnout Hauben heeft er door zijn karakteristieke manier van televisie maken, en boeken schrijven, zeker en vast toe bijgedragen. In de tv-serie ‘Onze koningen’ neemt hij deel aan scènes, door als 21e -eeuwse interviewer in gesprek te gaan met de voormalige vorsten van België, op een specifieke locatie in hun eigen tijd. De interviewer belandt dan in een setting die verwijst naar een belangrijk moment uit het leven van één van de voormalige vorsten. In dit boek doet hij het anders. Met nabestaanden kijkt hij terug naar het verleden van de Belgische monarchie.
In zijn eigen, authentieke stijl ‘hoor’ ik Arnout Hauben vertellen over de geschiedenis van het Belgisch koningshuis. ‘Hoor ik’ omdat de auteur op dezelfde manier verhalen schrijft en vertelt. En dat is een talent dat niet iedereen gegeven is. Het maakt het lezen van de gebeurtenissen des te aangenamer.
Talrijke foto’s, zowel zwart-witfoto’s als kleurenfoto’s, zijn in dit boek opgenomen. Spijtig genoeg ontbreken bij de foto’s de ‘ondertitels’. Een foto zonder beschrijving en/of persoonsnamen is nietszeggend, voor de huidige én volgende generaties. Desalniettemin is deze uitgave mooi en verzorgd. Het is een reis doorheen de geschiedenis van het Belgisch vorstenhuis, van Leopold I tot Filip.
Ondertitel: "Interview met de geschiedenis. Het Belgisch koningshuis".