1842 is het jaar waarin voor het eerst de kadastrale gegevens van de dorpen rondom Sint-Truiden worden afgerond in de ‘Tabel van klassificatie der grondeigendommen’. Vanuit deze ‘droge’ gegevens breit de auteur en rijksarchivaris Rombout Nijssen een boeiend verhaal over het dagelijkse leven in die tijd. De indeling in categorieën van de woningen, de opbrengst van de gronden, de samenstelling van de veestapel, de landbouwgebruiken, de onderwijzer, de dorpspastoor en de dagloner komen tot leven in dit erfgoedboek. Uit de verslagen van de plaatselijke besturen blijkt dat een aantal termen vandaag de dag nog steeds gebruikt worden bij de huidige overheden. Interessant zijn de schematische voorstellingen per dorp over het aantal inwoners, de soorten van eigendommen, het aantal brouwerijen en het aantal schoolgaande kinderen. Ook de dominantie van de Kerk op de dorpelingen wordt objectief beschreven.
De rijksarchivaris gaat het rauwe en harde leven van de arme dorpsbewoners, die de grootste groep vormden, niet uit te weg. Dat blijkt ook duidelijk uit de titel van dit boek. Onze voorouders hadden een moeilijk leven met de dagelijkse zorg om voldoende voedsel voor het hele gezin of om het aanhoudende koudegevoel in de winter. Dikwijls vergeten we dit al te makkelijk bij een bezoek aan één of ander erfgoed. Bij het lezen van dit uitstekend werk ondervind je eens te meer dat de meesten onder ons enkel luxe-problemen hebben: Wat zal ik morgen aandoen? Is mijn eetkamerkast niet démodée? Waar gaan we een hapje eten? Welke soort verwarming kiezen we voor ons nieuwe huis? Deze vragen waren absoluut niet aan de orde bij de toenmalige inwoners van Zepperen, Runkelen, Kerkom, Engelmanshoven, Velm of één van de andere vele dorpen.
Gelukkig voor de lezer levert de erfgoedcel van Sint-Truiden met deze uitgave weer puik werk af. Deze stadsdienst blijft de lat hoog leggen!
Ondertitel: Wonen, werken, eten, leren en bidden in Sint-Truiden, 1842