Voormoeders terugvinden in je eigen stamboom of familiegeschiedenis is niet onmogelijk. Doordat de mannelijke lijn meestal de naamgever is van een kind moet je wat meer je best doen om de vrouwelijke lijn van je familie terug te vinden. Het is op zich niet zo moeilijk. Of zoals Pipi Langkous het vertelde: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.. Dit boek zet je op weg naar je eigen zoektocht. Aan de hand van zeer diverse voormoeders leggen de auteurs uit hoe ze bij hun zoektocht tewerk zijn gegaan. Het startpunt is meestal een voorwerp of familieweetje zoals een foto van een tante nonneke, een familielid met een duister verleden waarover gefluisterd werd, een rouwprentje van een oudtante of een vermoedelijk familielid in het buitenland.
Met de nakomelingen gaan de auteurs vanuit het startpunt op pad. Ze bezoeken familieleden die een stukje aan de geschiedenis kunnen toevoegen. Plaatselijke archieven worden geraadpleegd zoals het stadsarchief of een heemkundige kring. Dankzij het internet zijn er heel wat archieven ook digitaal ontsloten. Ervaren genealogen worden gecontacteerd. Aan de hand van de teruggevonden gegevens wordt getracht de levensverhalen van de voormoeders terug samen te stellen. Uit respect van de nabestaanden is in sommige gevallen een fictieve naam gebruikt.
Aan de hand van 8 cases wordt uitgelegd welke stappen genomen zijn. En welke niet. Op welke moeilijkheden men stuit, maar ook welke opportuniteiten er zijn om verder te zoeken. Welke gevoeligheden er zijn en welke vragen open blijven. Elke casus sluit af met tips om zelf aan de slag te gaan. Telkens is er ook een kleine greep uit toepasselijke literatuur voor diegene die zich willen verdiepen in een bepaald onderwerp. Ook de bibliografie, achteraan in het boek, kan hiervoor nuttig zijn.
Dit is zo’n boek waarvan je bij het lezen denkt: waarom heb ik hierover niet eerder gelezen?
Laat je inspireren door dit prima boek!
Ondertitel: "Op zoek naar onze voormoeders".