Meer dan driehonderd jaar geleden schilderde Johannes Vermeer (1632-1675) het ‘Gezicht op Delft’’ en ‘Het meisje met de parel’. Twee van zijn beroemdste schilderijen. Beide zijn te bewonderen in het Mauritshuis in Den Haag. Van het œuvre van Vermeer zijn er vandaag nog zowat vijfendertig schilderijen bekend. Over het leven van de schilder is weinig met zekerheid geweten. Buiten enkele notarisakten waarin zijn naam en/of handtekening staan zijn er geen geschreven bronnen over hem teruggevonden. Wat wél geweten is, is dat de beide grootouderparen van Vermeer, én zijn moeder afkomstig waren uit Antwerpen in de Zuidelijke Nederlanden.
De schilderijen van Vermeer zijn over de eeuwen heen verspreid geraakt over diverse musea in Europa en Noord Amerika. Mogelijks zijn er ook nog in privébezit. Enkele schilderijen kennen een bewogen geschiedenis. Zo werd ‘De liefdesbrief’ in 1971 gestolen uit het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. De eenentwintigjarige Mario Roymans, bijgenaamd de ‘Tijl van Limburg’, had het schilderij gestolen voor een nobel doel: om aandacht en losgeld te vragen voor de hongersnood in Bangladesh. Na enkele weken werd het erg beschadigde schilderij teruggevonden. In 1990 werd in Boston ‘Het concert’ ontvreemd uit het Isabella Stewart Gardner Museum, samen met schilderijen van Rembrandt, Robert Flinck en Claude Monet. Sindsdien zijn deze schilderijen vermist.
Van de eerste twintig levensjaren is zo goed als niets bekend van de kunstenaar. Veel is nog onduidelijk. Toch heeft de schrijver aan de hand van literatuur en documenten een mooi tijdsbeeld gecreëerd. Aan de hand van de schilderijen tracht de schrijver te achterhalen wie de persoon Vermeer was. Hij gaat op zoek naar de techniek, de personen op de doeken en de opdrachtgevers. Een schilderij op zich vertelt ook al veel. Wat is er op te zien? Welke voorwerpen zien we? Wat is de setting? Vanuit welke hoek is het onderwerp geschilderd? Welke techniek en pigmenten zijn er gebruikt? Voor welke kledingstukken gebruikte de schilder het van hem bekende, dure pigment, ultramarijn blauw?
De schrijver laat heel wat andere onderzoekers aan het woord, met verschillende meningen en ideeën, om op die manier tot een zo volledig mogelijk beeld van de kunstenaar te komen. Toch moet de lezer in het achterhoofd houden dat het, in deze mooie publicatie, grotendeels om interpretaties, gissingen en veronderstellingen gaat.
Ondertitel: "Kroniek van een schildersleven".