Domein Bokrijk en Uitgeverij Snoeck hebben met dit boekje een belangrijke leemte in onze Vlaamse geschiedenis opgevuld. Het Openluchtmuseum is een prima uitvalsbasis om het leven in Vlaanderen 100 jaar geleden in de spotlights te plaatsen. De confrontatie met ons verleden is heel tastbaar en toegankelijk en onbewust trek je bij het lezen parallellen naar de huidige maatschappij. Dikwijls overkwam mij een gevoel van herkenning mede door eigen oude familieverhalen en verschenen er beelden uit het collectief geheugen van 'Wij heren van Zichem' op mijn netvlies.
100 jaar geleden speelden de notabelen: de pastoor, de notaris en de onderwijzer een vooraanstaande rol in het dorpsleven. Er werd door het 'gewone' volk naar deze personen opgekeken en de machtshebbers hadden door hun belangrijke positie veel invloed op het dagelijkse leven. De pastoor bijvoorbeeld hield het bevolkingsregister bij, hij werd als 'geleerd' beschouwd. Tot zijn privéleges hoorden o.a. geschenken in natura van de boeren na de oogst en het beste stuk van het varken! En de boer ... hij ploegde verder. En de boerin ... voor haar klonk het gezegde: vrouwenhanden en paardentanden mogen nooit stilstaan. Ook sociale aspecten worden belicht, zoals de landbouwcrisis, de algemene gezondheid, de voeding, de huwelijksgebruiken, het dagelijks leven van de meid en de dagloner.
De schrijvers Stefaan Van laere, Luc Frenken en Tinus Moors bezitten de kunst om op een eenvoudige doch boeiende wijze de lezer mee te nemen op hun tocht doorheen het dorpsleven. De foto's van Paul Delaet sluiten perfect aan bij de teksten en geven een extra dimensie, die eerder zeldzaam is, aan de beleving van de 'Vaderlandse' geschiedenis. Chapeau!!
Dit boek komt op een prominente plaats in mijn boekenkast! Met plezier zal ik er mettertijd naar teruggrijpen om sommige passages opnieuw te lezen zoals de typische briefaanhef van die tijd: 'Ik neem de pen in de hand om te vernemen naar de staat van Uwe gezondheid en verhoop van U hetzelfde'. Of, de pastoor die preekte:' Vooral de jonge dochters moet gij behoeden en hen behandelen als een panneke melk dat op het vuur staat. Gij moet het gedurig in 't oog houden dat het niet overkookt'!