Marcus Ulpius Trajanus en Publius Aelius Hadrianus waren de keizers die aan de macht waren in het jaar 117; de tweede volgde de eerstgenoemde op in dat scharnierjaar. Geen twee opeenvolgende rechtmatige keizers ook die zo verschillend waren in opvattingen en aanpak bij het bestuur van hun reusachtige rijk.
Op het einde van de regering van Trajanus was het Romeinse Rijk te snel te groot geworden voor een goede verdediging en bestuurbaarheid. Daarom dat de belangrijkste opdracht voor Hadrianus erin bestond om te consolideren en te organiseren. Dat hij daarin uitstekend slaagde blijkt uit de verdere bloei van het rijk.
Opvallend is dat beide figuren bijna rond dezelfde tijd op bezoek geweest zijn in de Lage Landen. Ze waren er natuurlijk niet om het Hollandse poldermodel te bestuderen of evenmin de Belgische loodgieterspolitiek. Wel lieten ze allebei een resem archeologische vondsten en resten na, die toelaten om flink wat van hun aanwezigheid hier te reconstrueren.
Het mooie aan deze uitgave is de aparte invalshoek: twee belangrijke figuren die bijna tegelijkertijd in dezelfde regio waren en daar ook hun stempel op drukten. Geschiedenis vanuit een andere invalshoek bekijken levert een frisse kijk op, zeker ook wanneer die geschiedenis helder beschreven wordt.
Ondertitel: "Sporen van Trajanus en Hadrianus in de Nederlanden".