Archieven kunnen een verrassend beeld weergeven van een stad. Dit blijkt weer uit de sprokkels uit het archief van Maastricht. Een schat aan informatie is te vinden in archieven van notarissen, akten van de Burgerlijke Stand en uittreksels van doopboeken. Zij zijn een bron voor de sociale, economische en culturele historie van een stad.
Het Groot Verhalenboek van Maastricht levert een beeld op van het stedelijke leven in de voorbije eeuwen. Zo blijkt 'de minuskel', de computerletter, door Karolingse schrijvers ontwikkeld te zijn. Van de elf banken van de heerlijkheid St. Servaas lagen er acht in België. Iedere woensdag en zaterdag moest elke inwoner in de 18e eeuw de straat vegen, nadat de schijteveger was gepasseerd (milieubewustzijn avant là lettre!).
De territoriale indeling van Maastricht was voor de Franse Tijd nog ingewikkelder dan de Belgische staatstructuur. Maar liefst 5 staatsgrenzen liepen door de stad. Een opmerkelijk en sociaal voelend mens was Dr. Fouquet, die leefde in de 19e eeuw. Deze armendokter verzorgde de arbeiders in de arbeiderswijken én kwam op voor hen. Hij pleitte voor volkshygiëne, een arbeidersziekenfonds, voor onderwijs en verbetering van de arbeidersomstandigheden. Een man naar mijn hart!
Gelukkig voor Maastricht heeft Philip van Gulpen (1792-1862), een amateurtekenaar, zowat alle plekjes van zijn stad vereeuwigd. Zijn werk heeft dan ook grote historische waarde.
Sprokkels uit het archief verdient navoling door andere steden en gemeenten. Hier ligt een taak weggelegd voor archivarissen en vrijwilligers om een dwarsdoorsnede van hun stad of dorp in een eigen verhalenboek te gieten.