Het is toch schitterend om te zien dat, op basis van archivalia, een tuin die zo’n vierhonderd jaar geleden bestond, kan heraangelegd worden. En er op die manier aangetoond wordt hoe tijdloos een tuin kan zijn. In al haar schoonheid. In de tuin van Rubens, de wereldberoemde Antwerpse schilder. Verscheidene planten en bomen, die toen en nu geliefd zijn, komen er in voor. Met al hun pracht, kleur en geur. Zowel vandaag, als in de tijd van Rubens, is/was dit een bewonderenswaardige tuin in een buitengewone omgeving.
Aan de restauratie en het heraanleggen van de tuin is uitgebreid historisch onderzoek voorafgegaan. Diverse historische bronnen zijn hiervoor geraadpleegd. Zeventiende-eeuwse plantenboeken en schilderijen werden bestudeerd. Onder meer het schilderij van tijdsgenoot David Teniers, die de tuin van Rubens vereeuwigde, bevat een schat aan informatie. Briefwisselingen van Rubens’ vrienden en tijdsgenoten werden doorgenomen alsook notarisakten en boedelinventarissen. Opvallend én tevens interessant om weten is dat een aantal Antwerpse boedelinventarissen heel wat informatie bevatten over nagelaten planten en bloembollen, zowel in potten als in de vaste grond.
Het eerste deel van het boek bevat het historisch onderzoek naar gegevens over het tuinpaviljoen, de loofgang en het portiek. Het tweede deel verhaalt over de planten die terug te vinden zijn in de tuin zoals de Anjer, de Jasmijn, de Akelei en de Tulp.
Leuk aan dit werk is dat de gevonden informatie gedeeld wordt met de lezer. Zo zijn er tal van verwijzingen naar het ‘Cruydt-boek’ uit 1644 van Rembert Dodoens en ‘Den verstandighen hovenier over de twaelf maanden van t’ jaer’ uit 1672. Ook het pas ontdekte ‘Memorie’ van Helena Fourment bevat bijkomende informatie over citrusbomen, een betaling aan de kuiper en de afrekening van Rubens’ nalatenschap. Boeiend om lezen zijn het toenmalige medicinaal gebruik van bloemen, kruiden en vruchten. Zo worden de vruchten en/of het sap van de vijgenboom aangeraden tegen ‘tuitende oren’ en wordt Keizerskroon geplant omdat haar muskusachtige ‘vossengeur’ de veldmuizen en mollen afschrikt.
Dit boek is mooi en verzorgd. Heel wat illustraties zijn erin opgenomen zoals de mooi getekende plattegrond van Rubens’ tuin, de bosaardbei, de goudsbloem, de peer en de bloemenstillevens van onder andere Clara Peeters en Jan Brueghel I. Het is een treffelijke ode aan 365 dagen kleur tijdens de vier seizoenen in een schitterend zeventiende-eeuwse decor.
Ondertitel: "Een meesterwerk in bloei".