Tachtig jaar geleden, op 5 april 1943, kwam een enorme hoeveelheid bommen terecht op Mortsel tijdens een bombardement. Amerikaanse bommenwerpers boogden de Duitse vliegtuigfabriek Erla plat te gooien, maar hun dodelijke lading miste grotendeels haar doel. Eindresultaat van deze fatale "fout": 936 doden, onder wie 250 schoolkinderen. Daarnaast ook nog eens 1342 gewonden. Maar liefst 1259 woningen werden verwoest of zwaar beschadigd.
Deze vreselijke misser liet een trauma na dat ook vandaag nog tastbaar is. Verhalen over ouders en grootouders die toen omkwamen blijven voortleven. Pieter Serrien, historicus en gespecialiseerd in mondelinge geschiedenis, publiceerde in 2003 voor 't eerst een werk onder de titel "Tranen over Mortsel". Hij bleef getuigenissen verzamelen, met als resultaat meerdere bijgewerkte publicaties onder deze hoofding.
Tegenwoordig worden burgerslachtoffers en bijhorende verwoestingen tijdens oorlogen gemakshalve geklasseerd en weggemoffeld als "collateral damage". De enorme hoeveelheid getuigenissen van allerlei aard die Pieter Serrien verzamelde in deze uitgave hoeveel menselijk leed schuilgaat achter dergelijke militaire uitdrukking, die helaas gemakshalve wordt overgenomen door talloze media.
"Tranen over Mortsel" maakt op indringende wijze ook duidelijk dat oorlogsleed generaties lang blijft hangen. Terecht. Met deze uitgave overstijgt oorlogsleed de toenmalige en huidige bevolking van Mortsel: het gaat ons allemaal aan.
Ondertitel: "De laatste getuigen van het dodelijkste bombardement ooit in België".