Eigenlijk is Palmyra al van oudsher nooit uit de belangstelling geweest. Zowel oorlogvoerende partijen, kooplieden, godsdienstfanatici als zeer vroege toeristen deden deze bijzondere stad aan, weliswaar met extreem uiteenlopende motieven. Eindresultaat van al deze gewenste en ongewenste bezoeken is een heuse ruïnestad waarin het uitermate moeilijk is de opeenvolgende historische gebeurtenissen af te lezen uit wat nog overeind staat aan gebouwen en monumenten.
Gelukkig is er nog Theo de Feyter, zowel archeoloog als kunstenaar. De combinatie van archeologisch onderzoek met het maken van schilderijen en tekeningen van het onderzoeksveld is beslist uniek. Dat hij bovendien ook als reisleider actief is houdt in dat hij beroepshalve ook wetenschappelijke informatie moet kunnen omzetten in "mensentaal".
De oudste vermelding van de stad dateert uit de bronstijd (1950-1550 voor Christus). In de loop der eeuwen kreeg de stad talloze bezoekers over de vloer, zowel met goede, minder goede als slechte bedoelingen. Uit het zeer recente verleden herinneren we ons de rol van Palmyra in de Syrische Oorlog en de moedwillige verwoestingen die IS er aanrichtte. Het getuigt van grote moed en veerkracht dat de bewoners telkens weer opstaan en hun leven weer trachten op te bouwen.
Theo de Feyter gidst ons met vaste hand door de uitermate complexe geschiedenis van de stad. Daarbij heeft hij ook oog voor de veranderende visie van archeologen op hun gedachtegang en aanpak. Zo reikt de boeiende informatie die je hier aangereikt krijgt veel verder dan Palmyra.
In afwachting van meer vrede in de regio is deze uitgave alvast een zeer interessante kennismaking met een stad die als het ware van alle tijden is.