Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven een aantal Nederlanders (politici, hogere ambtenaren, koninklijke familie, enz …) in Londen. Deze gids gaat op zoek naar de plaatsen waar ze verbleven, werkten en fuifden. Tegelijkertijd wordt het verhaal geschetst van die oorlogsjaren in Londen.
Ongetwijfeld zetten de Nederlanders in Londen zich in om het oorlogsleed van hun landgenoten te verzachten en te beperken. Op regeringsniveau ging dat blijkbaar bijzonder moeizaam. Het uit Nederland gevluchte kabinet van Dirk J. de Geer wordt omschreven als “een bende zielenpoten” en “een troep natte mussen”. Dat belette sommige andere dames en heren in ballingschap niet om af en toe eens flink te feesten of betrokken te geraken in vechtpartijen over de mooiste meisjes. Koningin Wilhelmina kwam blijkbaar ook niets te kort en vond het zelfs nodig een aantal malen te verhuizen.
Dit boekje leidt de geïnteresseerden rond langs tal van huizen, kantoren, hotels en clubs die tijdens de wereldoorlog deel uitmaakten van het Nederlandse wereldje in Londen. Om het de lezer te vergemakkelijken werden daartoe een zevental routes uitgestippeld in en buiten Londen.
De auteurs slaagden erin de herinneringen aan die Nederlandse aanwezigheid in Londen op een boeiende wijze voor te stellen. Het zout in de pap is de “petite histoire” die ze op gezette tijden verhalen. Alles samen goed voor een enigszins “andere” kijk op een stukje geschiedenis.