Voor Bernhard Ridderbos
was het werk ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ van Johan Huizinga uit 1919 hét
inspiratieboek voor het voorliggende werk. Huizinga’s boek was een studie naar
de schilderwerken van de gebroeders Van Eyck en hun volgers. Ridderbos ziet het
ruimer en bespreekt werken van Hubert en Jan Van Eyck, Rogier van der Weyden,
Dirk Bouts, Hans Memling, Gerard David, Hugo van der Goes en de Meester van
Flémalle. Daarenboven vergelijkt
Ridderbos zijn bevindingen met die van Huizinga. Hij gaat dieper in op de
sociale, economische, politieke en devotionele aspecten van de Bourgondische
tijd.
Dit onderzoek tracht een
antwoord te geven op vragen als, wie is de maker, wat weten we over de opdrachtgever
en welke randinformatie kan achterhaald worden. Zo gaat hij bij het Lam Gods
dieper in op de familiegeschiedenis van de opdrachtgever Joost Vijd. De bestemming van dit schilderij was de
gelijknamige Vijdkapel in de Sint-Janskerk, nu Sint-Baafskathedraal. De
historie van het Lam Gods zelf én de figuren op de panelen wordt diepgaand en
boeiend verteld. Bij de bespreking van
de schilders uit de Bourgondische Nederland tracht de schrijver de inhoudelijke
betekenis van het schilderijen van de tijdsgenoten te doorgronden. Uiteindelijk blijkt vooral aanzien een
katalysator te zijn om kunst te bestellen.
En liefst met een duidelijk zichtbaar portret van de financier. Deze zelfverheerlijking vind je ook terug in de
zelfportretten van de financiers van glasramen in religieuze gebouwen.
Deze studie is geschikt
voor elkeen die geïnteresseerd is in de schilders en hun schilderkunst. De toegankelijke schrijfstijl heeft hier
zeker toe bijgedragen.
Dr. Bernhard Ridderbos is
verbonden aan de Rijksuniversiteit van Groningen, met name de afdeling
Kunstgeschiedenis.