In dit boek neemt Toon Horsten ons mee doorheen de schrijnende geschiedenis van de zogenaamde rijksweldadigheidskolonies in de Antwerpse Kempen. Twee eeuwen lang werden vagebonden, deserteurs, alcoholisten, eenzamen, joden en passanten in de kolonies van Wortel en Merksplas ondergebracht. Het boek vertelt hun pijnlijke maar ook soms hilarische verhaal. De hoofdstukken zijn ondergebracht in drie delen die het chronologisch verhaal van de landloperij in beeld brengen.
Onder het toenmalige Nederlands bewind kwam in Wortel een kolonie naar het voorbeeld van wat in Nederland al bestond. Op de schrale heidegronden werden boerderijen gebouwd met de bedoeling ‘ontaarden’ via landbouwwerk weer op het goede spoor te brengen. Er kwamen ondermeer een spinnerij, een steenbakkerij en een broodbakkerij. Na 1830 keerde men weer naar het Franse systeem: gemeenten en provincies moesten zelf voor bedelaars en landlopers zorgen. Zestig jaar later, in 1891, zou een nieuwe wet ook voor een nieuwe aanpak zorgen. Het laatste deel is gewijd aan de afschaffing van de wet op de landloperij in 1993 en de gevolgen daarvan.
Sinds 2010 hebben alle onderdelen van het domein van Wortel-Kolonie een nieuwe bestemming gekregen. In Merksplas-Kolonie, waar de kapel en de boerderij van de kolonie worden gerestaureerd, is enkel de toekomst van de voormalige steenbakkerij nog niet zeker. Kroon op het werk moet de erkenning als Unesco Werelderfgoed worden tegen 2018 tweehonderd jaar na de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid.
De auteur is voor het schrijven van dit boek niet over één nacht ijs gegaan. Hij groeide op in de buurt van de rijksweldadigheidskolonies in Wortel. Hij interviewde tientallen getuigen die het regime in de instellingen hebben meegemaakt. Zowel de landlopers zelf als het personeel, en ook magistraten van het Turnhoutse gerecht.
Het boek is geïllustreerd met archief- en hedendaagse foto’s. Het sluit af met een literatuurlijst en de chronologie van weldadigheidskolonies, van 1810 tot 1993.