De VOC - Verenigde Oost-Indische Compagnie – zorgde voor een grote bedrijvigheid in de handel van het middeleeuwse Amsterdam. Dit was de eerste maatschappij waar mensen konden intekenen op het oprichtingskapitaal. Meer dan duizend mensen lieten zich registreren. Het eerste en tijdelijke ‘beursgebouw’ was de Sint Olofskapel waar de handelaars ‘droog’ konden verhandelen. Lange tijd gebeurde dit in open lucht op de Nieuwe Brug. Maar de drukte en het weer dwongen om uit te kijken naar een andere locatie. Na een tijdelijk onderkomen in de Sint Olofskapel werd het gebouw van Hendrick De Keyser het definitieve ‘huis’. De zuilen van het gebouw droegeren nummers die verwezen naar het product dat er verhandeld werd zoals bijvoorbeeld zout. Elke zuil was op zich dus een ontmoetingsplek.
Net zoals nu kende men ook beurscrashes. De auteur haalt hierbij een voorbeeld aan om een idee te krijgen van de omvang van sommige verliezen tijdens de toenmalige Engelse zeeoorlog. Eén van de aandeelhouders verloor 25.000 florijnen. Voor dit geld had de man zich het allermooiste grachtenhuis van Amsterdam kunnen kopen!! Amsterdam is de stad waar de eerste aandelenbeurs tot ontwikkeling kwam. Op grote schaal werden er aandelen en derivaten verhandeld op de Dam, in de Kalverstraat en op de Nieuwe Brug. De schrijver slaagt erin om dit stukje middeleeuwse geschiedenis nieuw leven in te blazen.
Ondertitel: Hoe in zeventiende-eeuws Amsterdam de moderne aandelenhandel ontstond.