Een boek met een harde omslag, beplakt met een linnen stof boordevol brieven uit de negentiende eeuw. Dat alleen al is pure nostalgie. Dat wordt volop genieten voor de liefhebber van geschiedenis. De brieven zijn allen van de hand van buitenlandse reizigers. De ene is wereldberoemd, de andere is al verdwenen in de coulissen van de historie. Maar ze hadden één ding gemeen: ze vonden België een exotische bestemming.
In een tijd waarin nog geen fototoestel, camera of internet bestond werd bloemrijk geschreven. En dit om de lezer een zo volledig mogelijk beeld te geven. Een voorbeeld hiervan is de beeldende beschrijving van Victor Hugo over de praalgraven in Brugge van Karel de Stoute en Maria van Bourgondië. Lange zinnen waren ook in de mode. Op pagina 108 staat een zin van een halve pagina met maar liefst 9 komma’s om de tussenzinnen te scheiden.
Opvallend is dat de reisverslaggevers van toen goed op de hoogte waren van de geschiedenis van de steden die ze bezochten. En ook van de Belgische geschiedenis. Neem nu de 24-jarige Adeline F. Trafton uit Massachuttes. Een ‘all american girl’ schrijft in 1872 in haar reisverslag over Brussel: ‘Uit de ramen van de huizen hing de rood-geel-zwarte vlag’. Volgens de Belgische grondwet is dit inderdaad de officiële volgorde van de Belgische driekleur!!
Trekpleisters van toen zijn nog steeds dezelfde: Brugge, Gent, Brussel, Antwerpen en Mechelen. Maar vooral Waterloo was populair. Iedereen, ook de koning van Hawaï, wilde op de memorabele grond staan waar Napoleon was verslagen. Andere bezoekers waren dan weer geïnteresseerd in ‘la drache nationale’, de hoogovens of de ronde blonde van Rubens. Door de ogen van buitenlandse gidsen naar België kijken? Dat biedt zeer boeiende verhalen!
Ondertitel: Schrijvers op bezoek 1814-1915