Grote Zus, Kleine Zus en Rode Zus, het lijken wel drie zussen uit een sprookje. Sprookjesachtig was hun weelderige leven wellicht wel, maar daarnaast loerde keiharde politiek in het China van de twintigste eeuw dag en nacht om de hoek. Grote zus werd de belangrijkste politieke adviseur van Tsjang Kai Tsjek en was gehuwd met zijn eerste minister, Kleine Zus huwde met Tsjang Kai Tsjek zelf en Rode Zus zat aan de overzijde van het politieke spectrum door haar huwelijk met de rechterhand van Mao Tse Toeng. Hoe zouden de gesprekken bij familiefeesten zijn, als die er geweest waren?
Rijkdom en macht is wat deze drie zussen uit Shanghai gemeenschappelijk hadden. Politiek gezien moet de relatie met Rode Zus onoverbrugbaar geweest zijn. Aan de hand van hun levens (en die van hun echtgenoten) krijgt de lezer een bijzonder beeld van de geschiedenis van het China van de voorbije eeuw. De mannen speelden hoofdrollen, maar de impact van de dames was absoluut niet te onderschatten.
Jang Chan ging bijzonder grondig te werk om het leven van de drie zussen en de bijhorende geschiedenis van haar vaderland te schetsen. Het aantal documenten dat ze bestudeerde was quasi eindeloos. De lezer wordt dan ook verwend met een bijzonder duidelijk en overzichtelijk beeld van de politiek en het leven in het China van de afgelopen eeuw. Overduidelijk is het niet al rood wat blinkt aan de communistische zijde (eerder goud), terwijl er evenmin alleen maar brave tegenpolen aan de overzijde waren.
Bijzonder !
Ondertitel: "Drie zussen in het middelpunt van de macht in het twintigste eeuwse China".