De periode vanaf dat het Romeinse Rijk verbrokkelde en uiteenviel wordt vaak beschreven met termen als verval, chaos, barbarij, achteruitgang, ... Dat er toen ook licht, cultuur, vooruitgang, etc... wordt hier en daar gemakshalve onder de mat van de geschiedenis geveegd. Ja, de zogenaamde barbaren vielen op tgal van plaatsen het grote Romeinse Rijk aan, maar er was aanvankelijk ook vergaande samenwerking waarbij die volkeren lokaal af en toe een dikke vinger in de papa hadden.
Hoogleraar Dick Harrison bundelde en verduidelijkte op overzichtelijke wijze de kennis over die eeuwenlange periode waarvan volksverhuizingen een belangrijk kenmerk waren. De lezer ontmoet bijvoorbeeld de Goten. Maar welke Goten? Er heerst nogal wat naamsverwarring over de volkeren die als Goten geklasseerd werden, maar er zijn evenzeer andere waarvan het onduidelijk is of ze wel bij die brede groep thuishoren.
Ongetwijfeld ontmoet je op je reis doorheen de geschiedenis van de volksverhuizingen volkeren waarvan je nog nooit gehoord had of waarvan het bestaan nog steeds omgeven is door een waas van mysterie en kennishiaten. Het toenmalige heersersuniversum wordt evenzeer bevolkt door overbekende figuren, wezens met een twijfelachtige reputatie en zelfs figuren met mythische proporties.
Voorgaande beslaat het eerste van de drie grote hoofdstukken waarin dit leerrijke werk is opgedeeld. In deel twee is er veel meer aandacht voor de gewone man en vrouw, ook al zijn de bronnen daaromtrent veel schaarser. Het evenzeer interessante derde deel tenslotte belicht de geloofsopvattingen en de cultuur van de ruim 4 eeuwen die in deze leerrijke uitgave aan bod komen.
Ondertitel: "De geschiedenis van West-Europa 375-800".