Zeldzaam zijn ze de historische figuren over wie zoveel verhalen, roddels, bedenksels, legendes en onware verhalen doen als over de Tempeliers, ook al bestonden ze nauwelijks twee eeuwen. De auteur heeft getracht om met een grote letterzeef waarheid en verzinsel van elkaar te scheiden en slaagt daar ook behoorlijk in.
Hij schreef zijn bevindingen neer onder de vorm van verhalende geschiedschrijving. Zeer behoorlijk leesbaar, ook wanneer je weet dat er nogal wat eigennamen en jaartallen moeten verwerkt worden. Sommige figuren zijn zelfs bekend onder meer dan een naam.
Dan Jones heeft aandacht voor alle aspecten van de tempeliersgeschiedenis. Hoe ze zich ontwikkelen van een klein groepje ridders in Jeruzalem tot een militaire elite-eenheid, krachtig, beschermend en ook gevreesd door vriend en vijand. Hij bekijkt ook hoe die militaire kracht uitgroeide tot een instituut dat op velerlei vlakken meer dan een dikke vinger in de pap had. En tenslotte de ondergang, die niet eens bewerkstelligd werd door vijanden in het Oosten, maar door afgunstige gezagsdragers in het Westen, hun thuisbasis eigenlijk. Het leek wel hedendaagse politiek (annex veldslagen): de beste vijanden zitten in eigen kring.
Neem je tijd om de veelheid aan informatie te verwerken; dat is de mooiste beloning voor het boeiende werk van de auteur.
Ondertitel: "De opkomst en ondergang van de tempelridders".