Natuurlijk werd de Eerste Wereldoorlog niet alleen uitgevochten in "Flanders Fields", bij de Duitse pogingen om het gebied achter de IJzer te veroveren. Tijdens de Duitse opmars in augustus 1914 werd er ook op andere plaatsen strijd geleverd. Onder meer in de buurt van Luik en aan de oevers van de Gete sneuvelden tal van militairen in beide kampen. De auteur stelt terecht dat iedere gesneuvelde militair een gelijkwaardige nagedachtenis verdient, of die nu gedood werd in Orsmaal-Gussenhoven of ergens in de Westhoek.
Ruben Donvil bestudeerde de oorlogshandelingen in de buurt van de Gete, een riviertje waarachter een eerste Belgische verdedigingslinie werd opgebouwd. De drie belangrijkste veldslagen in deze regio komen aan bod: Orsmaal-Gussenhoven, Halen en Tienen. Gemeten naar het aantal gesneuvelden zinken de gevechten aan de Getelinie in het niet in vergelijking met deze aan de IJzer. Maar strategisch waren deze gevechten wel belangrijk: de Duitse troepen kregen af te rekenen met onverwacht groot oponthoud en dat gaf het Belgische leger de gelegenheid zich vooral aan de IJzer beter te organiseren.
Van de drie vermelde veldslagen is deze in het Limburgse Halen veruit de meest bekende. Die staat bekend als de "Slag van de Zilveren Helmen", het was een van de uiterst zeldzame overwinningen van het Belgische leger tijdens deze oorlog en het was ook het laatste gevecht uit de geschiedenis waarin paarden nog een rol speelden. Bovendien krijgt deze veldslag ook de meeste aandacht in deze interessante uitgave. Toch lees je op de cover "de gevechten in Oost-Brabant". Volgens de auteur is de te grote aandacht voor de gevechten in Halen onterecht.
Welk gevecht er nu ook belangrijker was, voor de lezer van bijna een eeuw later geeft deze uitgave een overzichtelijk beeld van wat er in de buurt van de Gete gebeurde tijdens de eerste weken van de Duitse inval. De Duitse officieren pakten de zaak nogal hooghartig aan en dachten snel door te stoten naar de Vlaamse kust. Tegenover hen stonden enkele Belgische legereenheden die slecht voorbereid waren, onvoldoende bewapend, veel te zwaar en te warm gekleed, voorzien van gammele communicatie, enz... Dat de Duitse opmars toch tijdelijk gestuit werd is in de eerste plaats te danken aan de moed van de gewone soldaten en hun rechtstreekse oversten, niet aan de bekwaamheid van koning en generaals, ook al krijgen deze laatsten meestal de eer en de standbeelden.
Boeiende aanvulling voor de reeds zeer uitgebreide bibliotheek over de Eerste Wereldoorlog.
Ondertitel: "De gevechten aan de Getelinie in Oost-Brabant (1914)".