De auteur, weliswaar geoloog, is net als enkele van zijn voorouders ten zeerste geïnteresseerd in talen en hun ontstaan. Waarom zijn er zoveel verschillende talen, wanneer leerde de mens spreken, hoe zijn later de talen zo ver uit elkaar gegroeid, wat zijn de nog te detecteren onderlinge verbanden, ...? Bij de zoektocht naar antwoorden op deze en verwante vragen duikt ook de talenknobbel van de voorouders van de auteur op. Af en toe verhaalt hij ook over zijn reizen als geoloog en hoe hij oog kreeg voor talen en hun verbanden.
Combineer al deze factoren en je krijgt een boek dat zowel familiegeschiedenis, reisverhaal als verhaal over taalwetenschap is. Tussendoor gaat de auteur ook nog op zoek naar de locatie van de Toren van Babel en de taalverwarring die daar zou ontstaan zijn. Daar geeft hij soms de indruk de Bijbel van te nabij te willen bekijken.
Een ongewone, maar niet ideale mix voor de lezer die de voorkeur heeft voor een of ander aspect, maar toch wel interessant.
Ondertitel: "Het raadsel van de spraakverwarring".