Elf jaar was Guido Becarren toen hij in 1944 werd toegelaten tot de Duitse eliteschool Rijksschool Vlaanderen" in Kwatrecht, nu een gehucht van de gemeente Wetteren. Korte tijd later werden de leerlingen samen met enkele personeelsleden naar Duitsland gevoerd om daar verder te studeren. Meteen vraag je je af wat ouders en kind bezielden om zich daar in te schrijven.
Nog maar nauwelijks was het jongetje in Duitsland of hij moet gezien hebben hoe het Derde Rijk afbrokkelde. Meteen zag hij zich voor een resem levensgrote problemen geplaatst. Eerst moet hij met de Duitsers in oostelijke richting vluchten voor de oprukkende geallieerden. De troepenmacht van de Sovjet-Unie brengt niet alleen "bevrijding" maar ook een ideologie die niet meteen aanlokkelijk is. Guido Becarren slaagt erin te ontsnappe door het zich ontrollende IJzeren Gordijn.
Ruim 12 jaar is het kind / de jongen wanneer hij terug thuis komt. Onderweg zag hij medeleerlingen en leeftijdsgenoten sneuvelen, hij maakt een deel van de harde Poolse winter mee, overleeft met Kerstmis in Berlijn, gaat om met Duitse jongelui van zijn leeftijd waaronder zowel aanhangers van de Führer als twijfelaars, overleeft te midden gevechtshandelingen, ...
Meer dan 66 jaar na de feiten slaagt Guido Becarren erin om een uitvoerig en vaak zeer gedetailleerd verslag neer te schrijven van gebeurtenissen uit de meest bloedige oorlog in onze geschiedenis. Aangrijpende gebeurtenissen die zonder twijfel zijn leven zeer zwaar tekenden. Toch wil de auteur alleen maar getuigen over de feiten, verder "geen verheerlijking, afvalligheid of gemoraliseer". Een duidelijke eigen mening over de bloedstollende gebeurtenissen in zijn jonge leven zou nochtans verhelderend kunnen zijn.
Ondertitel: "In de hel van de Tweede Wereldoorlog".