Istanbul, de voormalige hoofdstad van het Ottomaanse Rijk, is de vakantiebestemming geworden van commissaris Kostas Charistos en zijn vrouw. Het echtpaar wil even weg van Griekenland en afstand nemen van de zorgen in hun gezin. Maar zoals zo vaak in de fictie-wereld heeft een politie-ambtenaar ook dan geen rust want hij wordt tijdens zijn verblijf aangezocht om de verdwenen 90-jarige Griekse Maria Chambou op te sporen. De zoektocht naar dit oudje, die in Griekenland haar broer vermoord heeft, brengt Kostas naar de kleine Griekse gemeenschap in Istanbul. Tijdens het onderzoek maakt de lezer kennis met de historische geschiedenis van deze Turkse Grieken, een orthodoxe minderheidsgroep, die zich gediscrimineerd voelt door de Turkse samenleving. Zoals in elk boek over de politieman Kostas zijn er weer de akkefietjes met zijn halve trouwboek en hun ongeschreven afspraken om hiermee om te gaan. Heerlijk geschreven!
Guido Brunetti van Donna Leon, Kostas Charistos van Petros Markaris en Fabio Montale van Jean-Claude Izzo zijn alledrie gelijksoortige hoofdpersonages. In een rustig kabbelend verhaal lossen zij misdaden op én hebben nog volop de tijd om de lezer rond te gidsen in respectievelijk Venetië, Istanbul én Athene en Marseille. Toch weten deze schrijvers een zekere spanning op te bouwen en een sfeerbeeld te scheppen dat aangenaam boeit. Dit soort boeken typeer ik als: languit in de zetel, verstand op nul … ontspannen en genieten.
Petros Markaris is geboren in Istanbul. Niet te verwonderen dus dat hij de ideale stadgids is om de lezer wegwijs te maken in deze miljoenenstad. Zijn vorige werken waaronder Het late journaal en Nachtvlinder spelen zich af in Athene, de woonplaats en werkplek van commissaris Kostas Charitos. Ook hierin is de commissaris de ideale reisgids via de schrijver die in Athene woont en werkt in Thessaloniki.