"Surimam" is een woordspelletje dat verwijst naar de voorletters van de namen van de drie auteurs en naar hun moeder, die hen de liefde voor de Surinaamse keuken meegaf. Een lekkere keuken, overigens(. Deze bijzonder kleurrijke uitgave begint dan ook met een eerbetoon aan "mam", die in 1962 de boot nam naar Nederland om er voor verpleegster te studeren. De liefde voor de Surinaamse keuken reisde mee en zou ze later doorgeven aan haar dochters.
In de Surinaamse gerechten die de dochters hier presenteren hier presenteren zitten er onmiskenbaar ook Europese of Westerse invloeden. Behalve alesi, moksi en pom duiken ook zuurkool, corned beef en andijvie op. Tussendoor duikt ook de geschiedenis van de moeder op. Zich aanpassen aan het zonarme Nederland was niet eenvoudig voor iemand uit de tropen.
Het is even wennen aan de ongewone, soms leuke namen van de gerechten. Wat te verwachten bij "Peprewatra met kwie kwie"? Dat blijkt een krachtige bouillon met vis te zijn. "Goelong goelong" zijn dan weer flensjes met kokos. Het kan ook eenvoudiger, een Broodje met sardines bijvoorbeeld of Gemarineerde kippenvleugeltjes.
Ja leuke namen boor de gerechten, ongewone ook, maar vooral lekker en daar gaat het toch om? De layout verdient een aparte pluim: lekker ook nog lekkerder!
Ondertitel: "Op zoek naar de soul van de Surniaamse keuken".