Het schrijversduo Robert Declerck en Margit Sabogardi hebben voor snoepers het ultieme boek geschreven: een boek over snoepjes! Een stukje geschiedenis leert dat snoep is uitgevonden in de 16e eeuw in Vlaanderen. Naast Bourgondiërs zijn Vlamingen dus ook echte snoepers! In de letterlijke zin van het woord, natuurlijk. Dankzij creativelingen werden in de 19e eeuw heel wat snoepen uitgevonden zoals babelutten, cuberdons, kauwgom en suikerhartjes. Elke keer als je een overheerlijke cuberdon in de mond stopt, geniet je dus van een stukje ‘zoete’ geschiedenis.
Alle bijzondere snoepjes hebben de auteurs ondergebracht in een snoepalfabet. Je leest alles over de kenmerken en weetjes van Belga’s, borstbollen (je weet wel die van de bekende blikken dozen), hamertjes, nougat, pepermunt, veters (nestels in de volksmond) en nog véél meer lekkers.
Leuk zijn de verhalen van de + 80-jarigen en de snoepherinneringen uit hun kindertijd. Je ontdekt met dit boek de mooiste snoepwinkels, de ambachtelijke snoepfabrikanten, snoep in musea, snoeptradities, legendarische snoepwinkeltjes en hoe je zelf snoep uit grootmoeders tijd kan maken.
Even tussendoor: alhoewel de Gentenaars claimen de grootste snoepers te zijn is het toch Hasselt die een eigen begeleide snoeproute heeft …
Snoep … het woord alleen al wekt geuren en smaken op. Snoep herinnert me aan mijn kindertijd toen ik voor en na schooltijd bij een snoepwinkeltje voor enkele franken kon kiezen tussen een snoepketting of enkele hosties of een driehoekig papieren zakje met ‘Engels’ zout én een kleine verrassing erin. Weet je waar ik zin in heb na het lezen van dit boek? … juist … en nu als de bliksem naar de betere snoepwinkel!
Ondertitel: Lekkers uit grootmoeders tijd