De laatste 10 jaar is het aantal fietsers, die er in hun vrije tijd op uit trekken, explosief toegenomen. Deze uitgave speelt in op deze tendens en pakt uit met de beste routes die België te bieden heeft, zowel voor de doorwinterde wielertoerist als voor de recreatieve fietser.
Voor de fietstochten wordt er gebruik gemaakt van de klassieke bordjesroutes, het fietsknooppuntennetwerk in Limburg en de RAVel-routes in Wallonië (de schrijver vergeet de fietsnetwerken in de rest van Vlaanderen te vermelden). Bij elke route hoort een duidelijke kaart en er is info over de moeilijkheidsgraad van de tocht, het aantal kilometers, de aard van weg (plat, autovrij, heuvelachtig ...) en de plaatselijke fietsverhuurders. De afstanden van de tochten variëren van 24 km tot 79 km.
De echte flandriens onder ons zullen de kuitenbijters appreciëren zoals de Taaienberg, de Kluisberg, de Oude Kwaremont, de Paterberg, de route Merveilleuse en la Redoute. De Belgische fietswegen leiden de recreatieve fietser langs een waaier van bezienswaardigheden, zoals de Moeren, de Grote en rode Geul, La Houppe en de brouwerijen Girardin, Westmalle, De Keersmaeker en het wijnkasteel Genoels-Elderen. Al verliest de uitgever even de pedalen door de Nederlandse trappist La Trappe als zevende toe te voegen in het rijtje van Belgische trappisten.
Vele fietsroutes zijn met stip aangeduid door de top van de Belgische wielrenners. Welke zijn de favoriete routes van Stijn Devolder, Robbie McEwen, Peter van Petegem en Tom Boonen? Op adem komen na een inspannende tocht kan je in één van de typische wielercafés. Ontdek de supportercafés van Sven Nys, Gert Steegmans en Mario Aerts of snuif de nostalgie op in een wielercafé waar de tijd is blijven stilstaan.
ondertitel: Editie 2010