Dat Nederlanders graag fietsen is algemeen geweten. Met dit boekje moeten ze ook niet ver over de grens gaan om van het buitenland te genieten. Frank Maas koos 10 streken in Duitsland en België die vanaf de grens in maximaal één uur te bereiken zijn. Niederhein, Münsterland, Ostfriesland, Haspengouw, Hageland en de Oostkantons zijn enkele plekjes die voor de fietsers uitgezocht werden. Voor elke regio koos de auteur telkens twee logementen en twee lusvormige fietstochten. Als extraatje bezoekt hij in diezelfde omgeving twee steden en vertelt over hun bezienswaardigheden.
In de logementen zoals een landelijk hotel, een kasteel, een kruisherenklooster, een imposante hoeve of een gerestaureerde watermolen variëren de prijzen van tweepersoonskamers met ontbijt van 66€ tot 114€.
De lusvormige fietstochten hebben een lengte van 40 tot 57 km. Bij elke route staan de belangrijkste punten vermeldt: het startpunt, de moeilijkheidsgraad, is de fietsroute verkeersvrij of niet en het soort bewegwijzering. In België wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het fietsknooppuntennetwerk maar in Duitsland bestaat zulks (nog) niet. Daarom zijn deze routebeschrijvingen uitgebreider beschreven en voorzien van straatnamen.
Markeringen van de soorten hellingen die beklommen moeten worden staan duidelijk op de kaartjes aangegeven evenals de horecagelegenheden. Maar bij de meeste routebeschrijvingen zoals deze van Rhein & Sonsbecker Schweiz en Burg & Schloss zijn de adressen van de eetgelegenheden niet vermeld. Spijtig is ook dat de fietsknooppunten niet op de kaart terug te vinden zijn. Dit zou het voor de fietstoerist een stuk makkelijker maken. De zetduivel is in de kaart van de route rond Borgloon geslopen: Jenneboom ipv Tjenneboom. Het leuke verhaaltje rond de heks Tjenne zal de lezer elders moeten oppikken. Het ontbreken van beschrijvingen van bezienswaardigheden onderweg of waar je streekgerechten kan proeven of kopen is een minpunt.