Een wat misleidende titel voor een overigens prachtig boek. De auteur is inderdaad sinds twintig jaar niet meer in zijn geboorteland geweest maar dit heeft weinig of niets te maken met het eigenlijke verhaal. In het boek beschrijft Bryson zijn trektochten op de Appalachian Trail, een wandelpad van ongeveer 3.300 km van Springer Mountain in Georgia naar Mount Katahdin in Maine.
Dit wandelpad werd in 1937 geopend en heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Het is sindsdien uitgegroeid tot een cultpad dat in het wandelwereldje een gevestigde waarde is geworden. In zijn onnavolgbare stijl beschrijft Bryson zijn pogingen om het ganse pad af te wandelen. Wandelen moet hier in zijn bijzondere context geïnterpreteerd worden, het aflopen van de Appalachian Trail is een extreme belevenis. Vooral voor onervaren wandelaars zoals Bryson levert dit problemen op. Hitte, koude, neerslag, praktisch onbegaanbare paden, het gemis aan bevoorradingsmogelijkheden en het ontbreken van enige privacy in de bivakplaatsen maken er een ware odyssee van.
Het boek is geschreven in Bryson’s kenmerkende humoristische stijl, met veel zelfspot en ironie. De beschrijving van zijn tochtgenoten en hun gedragingen levert hilarische beelden op. Vooral in het laatste gedeelte van het boek wordt de toon soms wat belerend i.v.m. de milieuproblemen en de houding van de verantwoordelijke overheden bij het natuurbeleid.
Vooraan in het boek vind je een overzichtskaart met de wandelroute en achteraan een literatuurlijst met boeken die betrekking hebben op de Appalachian Trail en aanverwante onderwerpen.