Een boek met een titel die volledig de lading dekt. De meeste toeristen troepen nog steeds samen langs de stranden van de verschillende costa’s met uitschieters naar de belangrijkste toeristische steden zoals Barcelona, Valencia of Madrid. In het boek vind je welgeteld één hoofdstuk over deze vorm toerisme met name over Benidorm, dè trekpleister sinds jaren.
In het boek maken de auteur en zijn fotograaf een rondrit door Spanje in het meervoud, vanaf de nulkilometer in Madrid tot het einde van de wereld in Galicië. Ze maken een omweg langs Castilië, Andalusië, Catalonië en Baskenland. Onderweg houden ze halt bij vijftig fascinerende plekken of personen die op een of andere manier iets wezenlijk te vertellen hebben over dat ongrijpbare en eindeloos geschakeerd land waarvoor elke reisgids onvermijdelijk te kort schiet.
Verwacht geen echte reisgids, die zijn er al meer dan voldoende. Het is een prachtig lees- en kijkboek waarbij je heel wat opsteekt over het vakantieland bij uitstek. Het blinkt vooral uit in de anekdotes en achtergrondinformatie. Informatie die je enkel ter plekke van de autochtone bevolking kunt vergaren.
Het boek is uitgegeven op redelijk groot formaat zodat de foto’s uitstekend tot hun recht komen. Dit uit zich vooral bij de vele paginagrote afbeeldingen. Reisjournalist Gert Corremans is met dit boek niet aan zijn proefstuk, hij publiceert met de regelmaat van de klok reisreportages in het vrijetijdsmagazine Pasar. Michael Dehaspe kun je beschouwen als de huisfotograaf van hetzelfde magazine.