Nepal moet een schitterend land zijn om in te reizen, zeker wanneer je je niet beperkt tot de toeristische highlights, maar echt het land wilt verkennen. Natuurlijk moet je dan zwaar inleveren op comfort en transportmogelijkheden. De auteur dringt bijzonder ver door in het land, zowel inzake afstand als op vlak van inlevingsvermogen. 2500 wandelkilometers in een land als Nepal laten je niet onberoerd.
De problemen van het land en zijn (gewone) bevolking vormen het belangrijkste thema van dit sterke boek. Zoals overal is er ook in Nepal een hogere en een middenklasse die beter af zijn dan de rest van de mensen. Het verschil is hier evenwel bijzonder groot, schrijnend groot. Enkele jaren geleden werd, na 240 jaar koninklijke dictatuur, de monarchie buiten gezwierd door de Nepalezen. Gedaan met middeleeuwse toestanden als erfopvolging.
De problemen blijven immens voor de gewone man in de straat; een paar eeuwen achterstelling en koninklijke corruptie werk je niet weg in een handomdraai. Bovendien is er de bijzondere ligging van het land, aanleunend tegen de Himalaya en in een gebied dat fel te lijden heeft van de opwarming van de aarde. De aanleg van degelijke wegen naar verafgelegen regio's zowel als de toenemende moessonregens zijn enorme problemen in een land dat bovendien straatarm is.
De auteur wijst ook met een beschuldigende vinger naar de grote ngo's, wier invloed vaak nefast is: zowel financieel als op vlak van planning en uitvoering. Nepal is bijvoorbeeld een uiterst belangrijke leverancier van (rivier)water voor het Indische subcontinent, maar wie denk je dat er daaraan iets verdient? Niet de Nepalese overheid...
Nick Meynens' boek is een sterk en terecht pleidooi voor de gewone Nepalees. Hij maakt de lezer tegelijkertijd ook duidelijk hoe nefast globalisering als je moet overleven op het Nepalese platteland. Bekijk globalisering eens vanuit het standpunt van een Nepalees die tracht te overleven met quasi niets.