Het boek heeft als ondertitel ‘stationsroman’. Uiteraard niet te verwarren met de pulpreeksen die aan de lopende band worden gepubliceerd. ‘Het gewemel’ speelt zich, buiten de flashbacks, af op perron zeven van het station van Mechelen. In het boek voert de auteur een aantal personen ten tonele die op de trein wachten of er werken. Tijdens het wachten wordt gaandeweg de levensgeschiedenis van de verschillende personages uit de doeken gedaan.
Hoofdacteurs zijn Myriam en Kelly die beide bij de belastingen werken en elkaar kennen van de lagere school. Niettegenstaande deze gezamenlijke eigenschappen verschillen ze van elkaar als water en vuur. Een tweede interactie vind je tussen Leo, de stationsomroeper, en nieuweling Roger, die hij moet opleiden. Het conflict is nooit ver weg en geeft stof genoeg voor de auteur om de belevenissen van zijn personages nu en in het verleden uit te diepen. De schrijfstijl doet een beetje denken aan de Kempense auteurs zoals Leo Pleysier of Stefan Brijs. Bij Van Dievel is het wel een beetje ruwer en directer.
Hoe verder je in het boek komt hoe meer de toestanden uit de hand beginnen te lopen. In die mate zelfs dat de expliciete seks- en geweldscènes de balans verstoren tussen de overigens geloofwaardige dialogen in het eerste deel van het boek. Denk hierbij maar aan Roger die zijn vrouw in de supermarkt een gebroken neus mept of de neukscene van Kelly in de lift.Niettegenstaande deze kritiek leest het boek als een … trein. Dit is vooral te wijten aan de gebalde teksten en de korte hoofdstukken.