Aanvankelijk beetje bij beetje ontdekte auteur Hans Olink de Ardennen; ze lijken hem een soort van grensland tussen België, Duitsland en Frankrijk. De streek en de bewoners bevielen hem zodanig dat hij ruim een kwarteeuw geleden besliste om er deeltijds te gaan wonen, samen met zijn familie. In een prettige verhalende stijl vertelt Olink hier over de mensen en hun geschiedenis.
Kleine en grote geschiedenis komt aan bod, zowel die van een verloren gelopen schaap als die van de ontwikkeling van de wapenindustrie in Luik en Herstal. Prettigst om lezen zijn de hoofdstukjes over ontmoetingen en omgang met de bewoners, waarvan er een aantal ondertussen goede vrienden zijn geworden.
Olink beschrijft het leven zoals het is in een piepklein Ardens gehucht, maar laat niet na om vanuit deze vertrouwde uitvalsbasis de bredere regio te verkennen. Om in dat kleine gehucht van het leven te kunnen genieten zijn vrienden een belangrijk "toebehoren". Eenmaal de afstand tussen de Hollanders en de overige dorpelingen overbrugd lukt het samenleven dan ook prima. Misschien toch wel een kleine les om te onthouden?
De Belgische staatsstructuur is moeilijk te bevatten, net zoals zoveel anderen (ook Belgen) krijgt Hans Olink geen helder inzicht. Hij noteert dat "de deelstaat Oost-België dezelfde bevoegdheden heeft als Catalonië en Noordrijn-Westfalen". Eer het inderdaad zover is zal er nog extreem veel water door de Maas moeten stromen.
Ondertitel: "De ontdekking van een grensland".