De auteur verzamelde ongeveer 200 locaties in Zuid-Nederland en Vlaanderen waar je mooie of lekkere duurzame producten kunt kopen en of zelf oogsten. De lezer ontdekt in deze uitgave zowel bloemenpluktuinen, allerhande show-, kruiden- of culinaire tuinen, maar evenzeer pluktuinen, natuurmarkten, stadsboerderijen als wandelroutes langs waar allerhande eetbaars kan geproefd of geoogst worden.
Daarnaast wordt er ook melding gemaakt van eenmalige of tijdelijke activiteiten rond het thema groen & smakelijk, is er aandacht voor bijzondere lokale projecten en voor netwerken die oog hebben voor bloemen, planten en voedsel uit eigen streek. Een bezoek levert altijd wat op: valt er niet te smikkelen, dan leer je toch wat bij over hoe je het zelf kan aanpakken in je eigen buurt.
Niet voor 't eerst stel ik vast dat auteurs uit Nederland niet echt goed thuis zijn in Vlaanderen. Kijk eens naar de plaatsnamen die gebruikt worden om de locaties te rangschikken. Soms is dat de naam van de hoofdgemeente, dan weer die van een deelgemeente en soms zelfs een gehucht.
Ik begrijp best dat een dergelijke uitgave niet volledig kan zijn, maar belangrijke locaties als bijvoorbeeld de Tuin van Kina of de Rabotsite (beide in Gent) mogen beslist niet ontbreken. De heemtuinen in Brugge en Genk ontbreken ook. Informatie over de vele Boerenmarkten is nauwelijks te vinden. Voor een volgende editie zou de uitgever best ook een Vlaamse coauteur onder de arm nemen indien er geen Nederlander beschikbaar is die uitstekend op de hoogte is van wat in Vlaanderen reilt en zeilt.
Lekkere gids, maar het kan beter, zeker voor wat betreft Vlaanderen.
Ondertitel: "Bezoekgids voor het bloemen- en voedsellandschap".