De term “globalisering” hoor of lees je dagelijks diverse malen, zowel thuis als onderweg. Iedereen heeft er zijn eigen omschrijving over of toch minstens een vaag idee, maar een precieze definiëring blijkt moeilijker. In deze uitgave probeert terechte beterweter Geert van Istendael op de hem eigen wijze die term te omschrijven aan de hand van een dertigtal begrippen.
De auteur stelt luidop de vragen die niet of niet vaak genoeg gesteld worden en geeft daarbij aanzetten tot antwoorden. Van “armoe” over “honger” en “lageloonlanden” tot “zekerheid” overloopt hij een reeks thema’s waarmee we dagelijks te maken krijgen en die ons allemaal aanbelangen. Telkens weer poneert hij in enkele scherpzinnige, rake en soms zelfs grappige zinnen zijn visie er over.
Over fascisme bijvoorbeeld is hij terecht bijzonder scherp: “Een hypermodern fascisme groeit voor onze ogen. We noemen het nu veeleer extreem-rechts… Hedendaags fascisme kan, zoals het oude fascisme, alleen gedijen op humus van haat.” Reizen is andere volkeren en culturen leren kennen. Hopelijk vermindert het voor sommigen ook een beetje de voedingsbodem voor haat en onverdraagzaamheid.
Een reiziger neemt sowieso deel aan de globalisering en/of ondergaat ze. Het verdient aanbeveling die mondiale ontwikkeling ook eens door een andere, best wel duidelijkere bril te bekijken.