Met de ondertitel kom je meteen te weten welke thema's aan bod komen: "Overzicht van de reissector en de transportmiddelen". Vier auteurs met elk hun specialisatie en allen docent aan de Katholieke Hogeschool Mechelen, hebben dit uniek referentiewerk samengesteld. Het is zowel geschreven voor starters in de reissector als ervaren professionals. De auteurs zijn niet over één nacht ijs gegaan en hebben duidelijk heel wat bronnen geraadpleegd vooraleer dit handboek neer te pennen.
In een eerste deel krijg je een historische en actuele schets van de reismarkt in Vlaanderen. Heel wat hoofdstukken worden voorafgegaan door een verklaring van de terminologie gebruikt in de reissector. Noem het maar het vakjargon dat nog eens aangevuld is met een ellenlange lijst van afkortingen, de verklaring hiervan krijg je achteraan het handboek. In een bestek van zo'n 100 bladzijden kom je alles te weten over de werking van de reismarkt: reisagent, touroperator, organisatie van reizen, beroepsverenigingen ...
De hoofdbrok is echter gevormd door de transportmiddelen: autocar, huurwagen, trein, cruises, ferry en luchtvaart. Het is opvallend actueel en heeft aandacht over het hoe en waarom een klant een bepaald transportmiddel kiest. Het is dus alles behalve een pure theoretische benadering. Ze doen er alles aan om het eenvoudig uit te leggen en toch diepgaand een thema te behandelen. Hierbij werden ze uiteraard geholpen door hun jarenlange ervaring als docent en hun talrijke gerenomeerde bronnen.
Maar toch kan het mislopen. Bij de autocar komt de reglementering van rij- en rusttijden aan bod. Het is op zich een ingewikkelde materie en hun bijdrage maakt het niet eenvoudiger. Ze starten met een vergelijkende tabel van de vroegere reglementering tussen de EU en Zwitserland. Dit werkt verwarring in de hand en is oudbakken kost waar niemand nog een boodschap aan heeft. Uiteindelijk rijdt de auteur zich letterlijk vast op pagina 124. Er is geen onderscheid gemaakt tussen nationaal ongeregeld vervoer (nationale wetgeving van toepassing) en internationaal ongeregeld vervoer (EU wetgeving), dus die 'oude' Zwitserse wetgeving is nog altijd van toepassing bij nationale ritten of cabotageritten in Zwitserland. Een reisorganisator dient hier rekening mee te houden. Andere fouten zijn er te vinden bij de nieuwe 12-dagen regel die niet kan of mag toegepast worden voor eendagsreizen. Wat verder lezen we dat de dagelijkse rusttijd eenmaal mag onderbroken worden bij het nemen van een ferry of trein, dit is nu tweemaal toegelaten (voor en na de ferry/trein) met een maximale duur van samen één uur. Elke reisorganisator dient een overzichtelijk beeld te hebben van deze reglementering en dat ontbreek ik in dit hoofdstuk. Het kon al een stuk beter met een paar praktijkvoorbeelden. Wellicht is dit te wijten aan het feit dat geen van de auteurs dit domein als specialisatie heeft.
Ondanks deze kritische noot vind ik dit handboek zeer professioneel. Het biedt de lezer een duidelijk overzicht van de sector en de transportmogelijkheden. Misschien komt er een vervolg over het thema logies?
Voetnoot: de recensent heeft meer dan 20 jaar ervaring in de reissector en geeft ondermeer les in 'Rij- en rusttijden, digitale tachograaf' aan chauffeurs en instructeurs, zowel voor de EU als AETR reglementering.